Je doet een onderzoek naar de natuur in de stad en dan vooral wat we niet waarnemen. Waarom is dit onderwerp voor jou nu belangrijk?
Er is een soort drang om bloot te leggen wat niet altijd openbaar is waar te nemen, maar wat er wel is. Ik vind het mooi om daar aandacht aan te geven. Het begon als een onderzoek naar schuilplaatsen in de stad en in dit werk benader ik dat, door de ogen van de natuur (of tenminste: de ogen van de mens die naar de natuur kijkt), die ook ‘tussen onze constructen in’ leeft. Tenminste, zo voelt dat als ik een plantje zie groeien, tussen de vierkante stoeptegels. De weerbarstigheid van het ongeplande leven heeft een soort humor en ontroering. De dialoog die dan ontstaat met de mens interesseert me. Die poging om ‘samen’ te leven; levens die elkaar tegenwerken, in verschillende ritmes bestaan en elkaar soms vinden. En dat de mens alles dan weer probeert te controleren.
Ik denk dat het belangrijk is om ons bewust te worden waar we eigenlijk allemaal mee samenleven, hoe dit geconstrueerd wordt om dat mogelijk te maken en welke impact dat heeft. En voor mij persoonlijk voel ik dat dit is wat ik nu moet doen; naar buiten gaan, luisteren, heel veel luisteren, nog meer luisteren, leren van de planten(mensen) en mijn wereld laten opentrekken. Ik benader dit alles vanuit wat ik de ‘liefdevolle blik’ heb genoemd voor mezelf. Die voelt heel belangrijk voor mij. Er is namelijk niemand die het ‘echt weet’, het zijn allemaal pogingen.
Kan je vertellen hoe je te werk gaat tijdens het onderzoek en wat hoop je te presenteren tijdens het festival?
Ik ben eigenlijk als een soort antropoloog of ontdekkingsreiziger aan het slenteren door de stad. Waarin ik de wereld op me laat inwerken door bestemde en onbestemde ontmoetingen. Die ontmoetingen verzamel ik in field-recordings, video’s en foto’s. Daarna kom ik ergens in een ruimte waar ik het kan uitstallen. Meestal kom ik erachter wat de essentie van een ontmoeting was door iemand anders erover te vertellen. Dit kan iemand zijn die toevallig langskomt of waar ik tegenaan bots. De bestemde ontmoetingen zijn bijvoorbeeld met deskundigen of mensen die zich bezighouden met natuur in de stad; de regievoerder van de invasieve soorten, een ecoloog, de bomenburgemeester, een vrouw die een grote moestuin heeft etc. Ik merk dat ik in die ontmoetingen op allerlei lagen aan het ‘luisteren' ben; wat gebeurt er tussen ons, tussen ons en de omgeving, hoe is de energie van de ander en hoe verhoudt dit zich tot de inhoud van het gesprek. En ik heb daar ongelofelijk veel plezier in, alsof een magische puzzel ontvouwt. Daarnaast slenter ik alleen rond en verzamel ik wat ik nu ‘gebaren’ heb genoemd. Taferelen waarin de mens zich verhoudt tot de natuur, zoals een machinale maar zeer secure heggensnoeier of een grasmaaier die tussen de graven op een begraafplaats probeert te maaien.
Dit werk is voor mij als maker ook vooral een heel belangrijk onderzoek naar hoe ik werk. Ik ben in dit werk even helemaal naar mezelf en mijn eigen blik teruggegaan. Hierin ben ik aan het ontdekken hoe ik mijn intuïtie en plezier kan volgen en niet een 'moeten-willen-kunnen in de voorkwab stress'. Humor en ontroering zijn mijn kompas in deze verzameling en ik geniet enorm van het ‘samenwerken met de werkelijkheid’.
Wat ik hoop te presenteren is een ritmische, fysieke, humoristische uiteenzetting van mijn slenter/denkparcours die de complexiteit eert van de wereld waarin we leven. We zullen samen een parcours afleggen in de verbeelding, een wandeling en denkproces in één. Concreet wordt het een soort lecture performance, een vertelling met geluiden en video’s, maar dat hokje doet een beetje te kort aan hoe het voelt. Misschien komt er later een betere ‘term’.
Wat betekent het voor jou om in het Nieuwe Makersprogramma te zitten bij Over het IJ Festival?
Het betekent op persoonlijk vlak vooral heel veel warmte en voor het werk (dat een soort wildgroei onderzoek aan het worden is) geeft het een grote focus. Ik voel enorm veel vertrouwen en ondersteuning bij het team van Over Het IJ, wat op dit moment heel belangrijk en helend is voor me. Ik ben er net achter gekomen dat kritiek eigenlijk helemaal niet zo constructief is als ik altijd dacht, maar dat het vertrouwen is dat je verder helpt. Dat is volgens mij het basisprincipe bij Over het IJ, waar ik heel dankbaar voor ben. Daarnaast denkt iedereen enorm mee en die generositeit voedt ongelofelijk het proces. Ook is de programmamaker/dramaturge Bregt spontaan een serendipisme bouwsteen geworden als dramaturge van het werk.
Kortom, de juiste plek en de juiste mensen op het juiste moment.
Op 14 mei kan je een presentatie zien tijdens Over het IJ LAB van Constructie van een wildernis in het NDSM Theater.
Tijdens Over het IJ Festival is Constructie van een wildernis te zien met het IJbewijs: een dagpas voor de Nieuwe Makers voorstellingen.